Image

Overgangsrecht

Stel niet uit naar morgen wat vandaag nog kan: de overgang naar het wetboek van vennootschappen en verenigingen

Het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) vervangt voortaan het Wetboek van Vennootschappen (W.Venn.). De overgang naar het nieuwe WVV is echter niet abrupt verlopen. Er is in een overgangsregime voorzien voor de vennootschappen die reeds bestonden vóór 1 mei 2019.

Die bestaande vennootschappen zijn sinds 1 januari 2020 onderworpen aan het WVV, maar dat betekent niet dat hun statuten automatisch zijn aangepast aan het WVV. Een bestaande vennootschap dient haar statuten nog aan te passen aan het WVV, wil zij in regel zijn. Die aanpassing moet gebeuren tegen 1 januari 2024.

CASAVV raadt aan de aanpassing van de statuten niet uit te stellen. Wie als rechtspersoon wil deelnemen aan het economisch verkeer heeft immers de plicht in orde te zijn met de wettelijke verplichtingen.

De aanpassing van de statuten aan het WVV is bovendien een gelegenheid om te laten nagaan door de notaris of er niet een aantal nieuwe elementen zijn in de wetgeving waar uw onderneming nuttig gebruik kan van maken. De mogelijkheid tot terugbetaling van de voormalige inbrengen is één daarvan.

Het aanpassen van de statuten aan het WVV is eenvoudig als de bestaande vennootschap overgaat naar haar overeenstemmende rechtsvorm zoals bepaald door het WVV. De aanpassing van de statuten gebeurt dan via een gewone statutenwijziging. De procedure van de omzetting conform art. 14:1 e.v. WVV is hierop niet van toepassing, ook niet voor de aanpassingen die toch nog zouden gebeuren na 1 januari 2024.

Wanneer de naam van de rechtsvorm zo goed als dezelfde blijft, zijn veel van deze overeenstemmende rechtsvormen voor de hand liggend. Denk maar aan vennootschappen die overgaan van:

  • V.O.F. (oud) naar VOF (nieuw);
  • Comm.V (oud) naar CommV (nieuw);
  • BVBA naar BV;
  • CVBA (met coöperatief gedachtegoed) naar CV;
  • NV (oud) naar NV (nieuw);

Wijzigt de naam van de rechtsvorm of verdwijnt deze gewoon, dan is de overeenstemmende rechtsvorm niet altijd zo makkelijk te vinden. We denken hierbij aan vennootschappen en andere rechtspersonen die overgaan van:

  • Comm.VA naar NV;
  • CVOA naar VOF;
  • ESV naar VOF;
  • Landbouwvennootschap zonder stille vennoten naar VOF;
  • Landbouwvennootschap met stille vennoten naar CommV;
  • Beroepsvereniging naar VZW;
  • Federatie van beroepsverenigingen naar VZW;
  • CVBA zonder coöperatief gedachtegoed naar BV.

Vanaf 1 januari 2024 worden bestaande vennootschappen die hun statuten niet hebben aangepast aan het WVV van rechtswege omgezet in hun overeenstemmende rechtsvorm. Alle bestaande vennootschappen zijn dan volledig onderworpen aan de bepalingen van het WVV. Dat wil niet zeggen dat zij verder niets meer hoeven te doen, de verplichting om hun statuten in orde te brengen blijft bestaan.

De omzetting van rechtswege van bestaande vennootschappen met niet aangepaste statuten naar hun overeenstemmende rechtsvorm van het WVV, is geen garantie voor de volledige bruikbaarheid van de mogelijkheden die het WVV biedt. Ook na 1 januari 2024 zou het niet aanpassen van statuten van bestaande vennootschappen aanleiding kunnen geven tot ongewenste gevolgen. Om die reden blijft het ook na 1 januari 2024 aangewezen dat vennootschappen met niet aangepaste statuten, hun statuten zo snel mogelijk aanpassen aan het WVV.

De laattijdige aanpassing leidt tot aansprakelijkheid van de bestuursorganen die hebben nagelaten hiertoe de algemene vergadering bijeen te roepen. Er is slechts sprake van aansprakelijkheid indien deze nalatigheid aanleiding geeft tot schade.

Toch geeft de omzetting van rechtswege vaak ook aanleiding tot praktische moeilijkheden doordat deze geen rekening houdt met individuele situaties :

  • voor bestaande CVBA’s is de overeenstemmende rechtsvorm verschillend naargelang het doel van de vennootschap beantwoordt aan het nieuwe coöperatief gedachtengoed. Een omzetting van rechtswege gaat hier dan ook geen uitsluitsel brengen en de rechtstoestand van de vennootschap wordt onzeker, zowel voor de vennootschap zelf als voor de derden die hiermee contracteren. Hier is het aansprakelijkheidsrisico reëel;
  • voor bestaande landbouwvennootschappen stelt zich hetzelfde probleem;
  • voor Comm.VA’s met meerdere bestuurders leidt de omzetting van rechtswege in een NV met enige bestuurder tot een blokkering van het bestuursorgaan, want dit is dan niet meer geldig samengesteld;
  • in de voormelde situaties zullen ook de gegevens van de vennootschap in de Kruispuntbank van Ondernemingen niet bijgewerkt kunnen worden;
  • erkenningen, bijv. als sociale onderneming, kunnen in het gedrang komen door een gebrek aan tijdige keuze;