Image

Overgangsrecht en bestuursvormen – omzetting van rechtswege op 1 januari 2024

Dossier nr. 2023/002

Comm.VA

Overgangsrecht en bestuursvormen – omzetting van rechtswege op 1 januari 2024[1]

Datum 21/06/2023

1. Vraagstelling

Sommige Comm.VA’s hebben meerdere zaakvoerders (voortaan bestuurders). De Comm.VA die geen maatregelen neemt vooraf wordt op 1 januari 2024 van rechtswege omgezet in een NV met enige bestuurder indien zij vóór die datum geen andersluidende beslissing neemt[2]. Wat zullen de rechtsgevolgen hiervan zijn voor de zetelende bestuurders en het bestuur van de vennootschap?

2. Toepasselijke wetsbepalingen

Art. 658, tweede lid W.Venn.

Art. 7:101, §1, WVV

Art. 41, §4, eerste lid, van de wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, BS 4 april 2019, 33239 e.v. (hierna: “wet van 23 maart 2019)

Art. 41, §2, eerste lid, eerste streepje, van de wet van 23 maart 2019

3. Relevante rechtsleer

R. Houben, A. De Gezelle, P. Vermeulen, X. Geerts, J. Schuermans en J. Vanhaecke, Drie jaar wetboek van vennootschappen en verenigingen, Brussel, Lefebvre Sarrut Belgium, 2022, 23-28.

R. Houben en B. Laforce, “Het verdwijnen van de commanditaire vennootschap op aandelen en de intrede van de NV met enige bestuurder – een kwestie van (gebrek aan) genderdiversiteit?”, in R. Houben, N. Goossens en C.-A. Leunen (eds.), Liber amicorum Jean-Pierre Blumberg, Brussel, Lefebvre Sarrut Belgium, 2021, 351-374.

K. Maresceau, De nieuwe vennootschapswet – een eerste commentaar, Kluwer, Mechelen, 2019, 9-11.

J.-M. Nelissen Grade, “Het overgangsrecht”, in H. De Wulf en M. Wyckaert (eds.), Het WVV doorgelicht, Brussel, Intersentia, 2021, 769-786.

J.-M. Nelissen Grade, “De overgangsregeling” in BCV (ed.), Het ontwerp Wetboek van vennootschappen en verenigingen – Le projet de Code des sociétés et associations, Brussel, Larcier, 2018, 413-422.

J. Ruysseveldt, De commanditaire vennootschap op aandelen, Antwerpen, Kluwer, 1998, 138-140.

V. SIMONART, “Code des sociétés et des associations – Droit transitoire”, in X. DIEUX, O. CAPRASSE, H. CULOT, Le nouveau droit des sociétés et des associations. Le CSA sous la loupe, Anthemis, Limal, 2019, 519-554.

J. Vananroye, “Respecteert het overgangsrecht van het WVV de rechtmatige verwachtingen?”, in F. Mourlon Beernaert, G. Collard, D. Szafran en D. Willermain, Liber Amicorum Xavier Dieux – Volume 1, Brussel, Larcier, 2022, 647-660.

4. Kadering van de problematiek

Op 1 januari 2024 worden de bestaande Comm.VA’s van rechtswege omgezet in een NV met enige bestuurder[3].

Deze default-regel tot praktische problemen voor Comm.VA’s waarin er twee of meerdere – toen – zaakvoerders zijn benoemd[4].

Als er meerdere zaakvoerders zijn in de Comm.VA, dan is het onduidelijk aan wie de bestuursopdracht en vertegenwoordigingsbevoegdheid toekomt als “enige” bestuurder, na de omzetting van rechtswege in een NV op 1 januari 2024. Uit de rechtsleer gewijd aan het overgangsrecht en de wet van 23 maart 2019, valt geen duidelijk antwoord af te leiden op deze vraag.

In deze discussie ontwaart het Comité twee strekkingen.

Eerste strekking

Volgens de eerste strekking zou men theoretisch kunnen stellen dat behalve voor één overblijvende “enige” bestuurder, de omzetting van rechtswege[5] aanleiding geeft tot het ontslag van rechtswege van de  zaakvoerders.

Hoewel het theoretisch juist is dat na de automatische omzetting slechts één bestuurder mag overblijven conform het overgangsrecht, stelt zich de vraag of het overgangsrecht hier niet het vertrouwen van vennootschapsactoren dient te beschermen via ‘eerbiedigende werking’[6]. Een dergelijke denkwijze geeft namelijk geen uitsluitsel over welke zaakvoerder als “enige” bestuurder mag overblijven en welke zaakvoerders van rechtswege ontslagen zouden worden.

Men zou bijvoorbeeld kunnen verdedigen dat die zaakvoerder overblijft als enige bestuurder die kwalificeert als de oudste, de jongste, degene met het meeste anciënniteit, … maar geen van deze criteria is voorzien in de wet. Elke keuze  zou bijgevolg willekeurig zijn.

Een automatische “van rechtswege” werking waardoor de vennootschap één bestuurder overhoudt is dan ook niet mogelijk voor een vennootschap die meerdere zaakvoerders heeft benoemd.

Tweede strekking

Volgens de tweede strekking blijven alle zaakvoerders in functie na omzetting van rechtswege in een NV, zodat een Comm.VA met meerdere zaakvoerders van rechtswege wordt omgezet in een NV met meerdere enige bestuurders. Aangezien het niet mogelijk is om meerdere enige bestuurders te hebben, wil dat zeggen dat het bestuursorgaan onregelmatig is samengesteld en geen handelingen meer kan stellen.

Deze strekking redeneert naar analogie met het geval van een collegiaal bestuursorgaan dat onvoldoende leden zou bevatten. In dat geval zijn het bestuur en de vertegenwoordiging van de vennootschap geblokkeerd tot het bestuursorgaan opnieuw rechtsgeldig is samengesteld. Hetzelfde geldt volgens deze strekking in de omgekeerde richting indien het bestuursorgaan teveel leden telt om conform het Wetboek te kunnen functioneren.

5. Conclusie

De tweede stelling overtuigt op juridisch vlak.

Geen enkele wetsbepaling voorziet het ontslag van rechtswege van de in functie zijnde zaakvoerders of van sommigen onder hen. Zij blijven dus bestuurders na de omzetting.

Door niet tijdig de samenstelling van haar bestuursorgaan aan te passen aan de dwingende wettelijke bepalingen, wordt de Comm.VA met meerdere zaakvoerders – nu bestuurders – bij omzetting van rechtswege op 1 januari 2024 een vennootschap met een ongeldig samengesteld bestuursorgaan.

Dit heeft tot gevolg dat vanaf 1 januari 2024 deze bestuurders de vennootschap niet meer geldig zullen kunnen vertegenwoordigen zolang de statuten en/of het aantal bestuurders niet aangepast worden aan het WVV.

Indien meerdere bestuurders van een Comm.VA met niet aangepaste statuten na 1 januari 2024 de vennootschap zouden proberen vertegenwoordigen, zou dit rechtsonzekerheid creëren over de gebondenheid van de vennootschap voor de door hen aangegane verbintenissen. Derden zouden dan, in voorkomend geval de aansprakelijkheid kunnen inroepen van het bestuursorgaan dat nagelaten heeft om een algemene vergadering bijeen te roepen, teneinde de samenstelling van het bestuursorgaan of van het bestuursmodel te wijzigen.


[1] Zie ook advies nr. 2023/001 over de vrijwillige omzetting.

[2] Art. 41, §4, eerste lid Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, BS 4 april 2019, 33239 e.v. (hierna: “Wet van 23 maart 2019”).

[3] Art. 41, §4, eerste lid, Wet van 23 maart 2019.

[4] Cf. art. 658, tweede lid W.Venn.

[5] Art. 41, §2, eerste lid, Wet van 23 maart 2019.

[6] Over het overgangsrecht en de eerbiedigende werking Zie ook J. Vananroye, “Respecteert het overgangsrecht van het WVV de rechtmatige verwachtingen?”, in F. Mourlon Beernaert, G. Collard, D. Szafran en D. Willermain, Liber Amicorum Xavier Dieux – Volume 1, Brussel, Larcier, 2022, 649-650.